dinsdag 16 juni 2015

Achterop

In onze jeugd, als onze vader op zaterdag met de hoogzomer naar de tuin van baas Van Paasen aan de Kastanjewetering moest om de kassen te luchten mochten wij wel eens mee. Mijn broertje Jules en ik samen op de fiets van mijn grote sterke vĂ¡der. Mijn broer voorop en ik achter zijn brede rug op de bagagedrager. Het leek een lange zware tocht. Maar vader trapte stoer en krachtig op zijn oude Fongers. Langs de deftige straten bij het Sportfondsenbad naar het Laantje van Altena. Een oud laantje dat ooit naar een kasteel leidde, het kasteel van Altena. Daar was niets meer van over. Een boerderij is er voor in de plaats gekomen, met een wat vervallen karakter. Het was een mooi laantje met glibberig blauwe steentjes naast het middenpad met koolas, en koffiebloemen in de slootkanten. Oma Schilder woonde ook aan dat laantje, maar naar haar gingen we niet toe, wij gingen naar de tuin om de ramen van het platglas kassen open te zetten. Daar lagen de heerlijkste vruchten te rijpen. Meloenen, augurken en nog veel meer. Als je door het beslagen glas keek kon ze je bijna ruiken. Gelukkig hielp vader erbij want voor ons, kinderen, was het eigenlijk te zwaar.

Als al dat werk gedaan was keerden we weer terug naar huis. Dat was heel spannend, want aan het eind van het koolaspaadje lag de steile houten brug waar je overheen moest en dan gelijk rechtsaf. Mijn vader kon dat met twee kinderen op zijn fiets. Soms moest hij remmen en dan lagen wij bijna in de sloot.

Thuis vroeg mijn moeder altijd hoe het gegaan was. Natuurlijk was het goed gegaan, maar later in bed dacht ik er wel eens aan. Het was best wel eng, dat steile kwakelbruggetje. Als volwassen man ben ik er nog wel eens over gefietst om het te proberen. Ik stelde mij mijn vader voor met twee kleine kinderen. De fiets was zwaar, versleten en de koolas lag los.

Ga er maar eens kijken. Je kunt mijn vader nog zien rijden met ons voor- en achterop de fiets.


---

Geen opmerkingen:

Een reactie posten